Deelmobiliteit
Deelmobiliteit wordt steeds meer gezien als een oplossing voor uitdagingen op het gebied van bereikbaarheid en leefbaarheid waar veel steden mee te maken hebben. Maar ook voor kleinere gemeenten zijn vormen van deelmobiliteit interessant.
Op plekken waar gemeenten woningen bijbouwen, wordt ook gekeken naar de parkeernorm (de regels die bepalen dat er voldoende parkeerplaatsen bijkomen). Deze parkeernorm wordt steeds lager. Daarom maken gemeenten steeds vaker ruimte voor verschillende vormen van deelmobiliteit: fietsen, scooters, low-emission vehicles (voertuigen die weinig uitstoten) en auto’s.
Projectontwikkelaars en woningcorporaties zien deelauto’s als alternatief voor het aanleggen van dure parkeerplaatsen die veel openbare ruimte innemen. Deze deelauto’s zijn met name interessant voor jongvolwassenen en huishoudens die al een auto hebben en anders een tweede of derde zouden aanschaffen. Het gebruik ervan leidt ertoe dat er minder parkeerplaatsen nodig zijn, er minder uitstoot is en dat gebruikers meer lopen en fietsen. Bovendien leidt de succesvolle inzet van deelauto’s en andere vormen van deelvervoer tot meer ruimte voor wonen, recreëren en groen.
Voor gebruikers van deelvervoer is het van belang dat ze weten waar ze het voertuig mogen of moeten parkeren. Dat maakt de deelmobiliteitsector een belangrijke ‘afnemer’ van parkeerdata, met name over parkeerplaatsen die speciaal voor deelvervoer gereserveerd zijn.