‘Deelmobiliteit groeit en kan een bijdrage leveren aan veel maatschappelijke doelen. Maar op dit moment is er rondom parkeervergunningen voor deelauto’s nog veel gedoe. Gemeenten geven onafhankelijk van elkaar parkeervergunningen af aan aanbieders van deelauto’s. Dat stimuleert het gebruik van deelauto’s, maar leidt ook tot veel werk voor gemeenten én aanbieders. En het maakt parkeren statisch: de gemeente verleent een vergunning voor 24/7 gebruik van één vaste plek of zone.
We werken daarom samen met het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten, en een aantal gemeenten en aanbieders van deelauto’s aan een pilot voor flexibele parkeermachtigingen voor deelauto’s. Daarmee zoeken we in 2022 uit hoe we de kansen voor deelmobiliteit kunnen vergroten en belemmeringen kunnen wegnemen. Zodat deelmobiliteit meer onderdeel kan zijn van het mobiliteitssysteem van Nederland.
Data en technologie
Deze pilot draait echt om parkeerdata. In de pilot krijgt elke gemeente de mogelijkheid om parkeerzones te maken. De gemeente bepaalt hoeveel deelauto’s daar worden toegelaten, aan welke eisen die moeten voldoen en tegen welke prijs ze daar mogen parkeren. Gebruikers laten de deelauto achter op een parkeerplek. De software van de aanbieder meldt de geparkeerde auto aan bij het Nationaal Parkeerregister. Dat checkt of er in die zone ruimte is binnen de door de gemeente vastgestelde capaciteit voor de deelauto. Zo ja, dan start er een sessie in het Nationaal Parkeerregister en gaat de parkeertijd lopen. Op dat moment kan een scanauto de deelauto herkennen en krijgt hij niet per ongeluk een boete. Alles draait om data en technologie.
Bewegingen tussen gemeenten
Nu is het nog zo dat als gemeenten met elke aanbieder van deelauto’s aparte afspraken maakt. Voor iedere auto moet een aparte vergunning worden verstrekt. En zodra een deelauto van de ene naar de andere gemeente rijdt en daar de rit beëindigd wordt, moeten aanbieders en gemeenten met allerlei ingewikkelde trucs de kentekens op de vergunningen aanpassen. Met de proef die wij doen zijn aanbieders niet meer afhankelijk van vaste vergunningen per gemeente, maar rekenen ze af voor daadwerkelijk gebruikte parkeertijd. Dat maakt voor gebruikers ook bewegingen tussen gemeenten mogelijk. Je kunt in Amsterdam een deelauto pakken, die in Den Haag parkeren en met de trein terugreizen.
Innovaties in deelmobiliteit
De innovaties die er nu al zijn in deelmobiliteit passen niet in de huidige systemen en vergunningsmodellen. We werken toe naar een toekomst met meer deelmobiliteit en meer flexibiliteit. Dus we moeten nu nadenken hoe we parkeren voor deelmobiliteit toekomstbestendiger kunnen maken. De uitwisseling van parkeerdata speelt daar een essentiële rol in. Als deze proef slaagt, zou dat betekenen dat je én de regie kunt houden door op capaciteit te sturen én het systeem flexibeler kunt maken. Aanbieders van deelmobiliteit en gemeenten die meedoen kijken er dan ook echt naar uit, ze geloven hier echt in. Uiteraard moeten we het nog testen in de praktijk, maar iedereen is enthousiast!
Deelauto’s zijn natuurlijk maar een klein percentage van de auto’s in de stad. Daarom is het mooi om voor alle auto’s in een gemeente te sturen op capaciteit. Hoe meer data we hebben, hoe meer er mogelijk is, en hoe beter je reizigers op een gastvrije manier kunt navigeren naar de juiste plek voor de juiste prijs. Zodat niemand straks meer ergens hoeft te staan waar het heel duur is of dertig rondjes hoeft te rijden op zoek naar een parkeerplaats.’